Nokia N91 - Foto’s maken

background image

Foto's maken

Druk op de bladertoets om een foto te maken. Houd het
apparaat stil totdat de foto is opgeslagen. De afbeelding
wordt automatisch opgeslagen in de map

Afbeeldingen

van de

Galerij

. Zie ‘Galerij’ op pagina 47.

Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur
hebt gewijzigd.

Houd rekening met het volgende wanneer u een foto
neemt:

• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• Als u de kleur wilt aanpassen voordat u een foto maakt,

selecteert u

Opties

>

Aanpassen

>

Witbalans

of

Kleurtoon

. Zie ‘Kleur aanpassen’ op pagina 43.

• De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager dan die

van een niet-ingezoomde foto.

• Als u een tijdje niet op een toets drukt, wordt de

batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de bladertoets
om door te gaan met het nemen van foto's.

Wanneer u de foto hebt gemaakt:

• Als u de afbeelding wilt verwijderen, selecteert u

Opties

>

Verwijd.

.

• Als u de afbeelding wilt verzenden

Via multimedia

,

Via

e-mail

of

Via Bluetooth

, selecteert u

Opties

>

Zenden

.

Zie ‘Berichten’ op pagina 54 en
‘Bluetooth-connectiviteit’ op pagina 93 voor meer
informatie.

• Als u tijdens een actief gesprek een afbeelding wilt

verzenden, selecteert u

Opties

>

MMS verzenden

.

background image

Mediatoepassingen

43

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Belichtingsmodi

• Selecteer

Opties

>

Reeksmodus

om de camera zodanig

in te stellen dat er een reeks van zes foto's wordt
gemaakt. U kunt de reeksmodus ook gebruiken in
combinatie met de

Zelfontspanner

. Zie ‘Zelf op de

foto-Zelfontspanner’ op pagina 43. De foto's worden
automatisch opgeslagen in de

Galerij

.

De genomen foto's worden in een raster weergeven op
het hoofddisplay. Druk op de bladertoets om een foto te
openen.

• Selecteer

Opties

>

Nachtmodus

om de camera in te

stellen op het maken van foto’s in een omgeving met
weinig licht.

Zelf op de foto-Zelfontspanner

Met de zelfontspanner kunt u het nemen van een foto
vertragen, zodat u zelf ook op de foto komt te staan.
U schakelt de zelfontspanner in door

Opties

>

Zelfontspanner

>

10 seconden

,

20 seconden

of

30 seconden

te selecteren. Selecteer

Activeren

om de

zelfontspanner te activeren. Wanneer de zelfontspanner is
geactiveerd, knippert het zelfontspannersymbool (

) en

hoort u een geluidssignaal. De foto wordt genomen
wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken. U kunt
de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de

Zelfontspanner

. Zie ‘Belichtingsmodi’ op pagina 43.

Kleur aanpassen

Als u de kleuren van de camera nauwkeuriger wilt instellen
of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's of video's,

selecteert u

Opties

>

Aanpassen

en selecteert u een van

de volgende opties:

Witbalans

- Hiermee selecteert u de huidige

belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.

Kleurtoon

- Hiermee selecteert u een kleureffect in

de lijst.

Het display wordt aangepast aan de nieuwe instellingen
en u ziet hoe de foto's of video's er uit zullen zien.

Wanneer u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer actief.

Instellingen van fotocamera aanpassen

Als u de hoofdinstellingen wilt wijzigen, selecteert u

Opties

>

Instellingen

. Deze instellingen blijven

gehandhaafd totdat u ze wijzigt. Selecteer een van de
volgende opties:

Kwaliteit afbeelding

-

Hoog

,

Normaal

of

Gering

. Hoe

hoger de kwaliteit, hoe meer geheugenruimte de
afbeelding inneemt.

Afbeeldingsresolutie

- Selecteer de resolutie die u wilt

gebruiken. Hoe hoger de beeldresolutie, hoe meer
geheugenruimte de afbeelding inneemt. De kwaliteit van
een ingezoomde foto is lager dan die van een
niet-ingezoomde foto.

Stand.naam afbeeld.

- Hiermee geeft u een naam op voor

de foto’s die u neemt. Als u bijvoorbeeld Strand instelt als

background image

Mediatoepassingen

44

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

de standaardnaam, krijgen uw clips de naam Strand,
Strand (001), Strand (002) enzovoort, totdat u de
instelling opnieuw wijzigt.

Opgen. afb. tonen

- Selecteer

Ja

als u de vastgelegde

afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of
selecteer

Nee

als u direct wilt doorgaan met het nemen

van foto's.

Gebruikt geheugen

- Hiermee selecteert u de

opslaglocatie voor afbeeldingen.