Beveiliging
Telefoon en SIM
PIN-code vragen
- Als deze optie actief is, moet u bij
inschakeling van het apparaat altijd eerst de PIN-code
opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige
SIM-kaarten niet kunt uitschakelen. Zie ‘Uitleg van PIN-en
blokkeringscodes’ op pagina 112.
PIN-code
,
PIN2-code
en
Blokkeringscode
- U kunt de
blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code wijzigen.
Deze codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Zie ‘Uitleg van PIN-en blokkeringscodes’ op pagina 112.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van
de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het
alarmnummer kiest.
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
Periode autom. blok.
- U kunt een time-out instellen
waarna het apparaat automatisch wordt vergrendeld. Met
de juiste blokkeringscode kunt u de telefoon ontgrendelen.
Geef het aantal minuten voor de time-out op of selecteer
Geen
als u de automatische blokkering wilt uitzetten.
Voer de blokkeringscode in om het apparaat te
ontgrendelen.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms nog wel
het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Instrumenten
112
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Tip! U kunt het apparaat handmatig vergrendelen
door op
te drukken. Er wordt een lijst met
opdrachten weergegeven. Selecteer
Blokkeer
telefoon
. Zie ‘Toetsenbordvergrendeling’ op
pagina 18 voor meer informatie over de
toetsenblokkering.
Blok. als SIM gewijz.
- U kunt instellen dat om de
blokkeringscode wordt gevraagd wanneer er een
onbekende SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst. Op
het apparaat wordt een lijst met SIM-kaarten
bijgehouden die worden herkend als kaarten van de
eigenaar.
CUG
(netwerkdienst) - Hiermee kunt u een groep mensen
opgeven die u kunt bellen of die u kunnen bellen.
Wanneer de oproepen beperkt zijn tot specifieke
gebruikersgroepen, kunt u mogelijk nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
SIM-diensten bevest.
(netwerkdienst) - Hiermee kunt u
een bevestigingsbericht laten weergeven wanneer u een
SIM-kaartdienst gebruikt.
Uitleg van PIN-en blokkeringscodes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) - Deze code
beschermt de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De
PIN-code (vier tot acht cijfers) wordt gewoonlijk bij de
SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter
elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U kunt
de SIM-kaart pas weer gebruiken nadat de blokkering is
opgeheven. Zie de informatie over de PUK-code in deze
sectie.
UPIN-code - Deze code is mogelijk bij de USIM-kaart
geleverd. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van de
SIM-kaart die wordt ondersteund door mobiele
UMTS-telefoons. Met de UPIN-code wordt de USIM-kaart
beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik.
PIN2-code - Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij
sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang tot
bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd)-Deze
code (vijf cijfers) kan worden gebruikt om het apparaat te
vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd gebruik. De
fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345.
Voorkom ongeoorloofd gebruik van het apparaat door de
blokkeringscode te wijzigen. Houd de nieuwe code geheim
en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het
apparaat).
PUK-code (Personal Unblocking Key) en PUK2-code - Deze
codes (acht cijfers) zijn vereist om een geblokkeerde PIN-of
PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart
Instrumenten
113
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
zijn geleverd, neemt u contact op met de operator van uw
SIM-kaart.
UPUK-code - Deze code (acht cijfers) is vereist voor het
wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code. Als deze code
niet bij de USIM-kaart is geleverd, neemt u contact op met
de operator van uw USIM-kaart.
Certificaatbeheer
Digitale certificaten vormen geen waarborg voor de
veiligheid. Ze worden gebruikt om de oorsprong van
software te verifiëren.
Uitleg: via digitale certificaten wordt de oorsprong
van XHTML- of WML-pagina's en geïnstalleerde
software geverifieerd. Een certificaat kan echter
alleen worden vertrouwd als zeker is dat het
authentiek is.
In de beginweergave van Certificaatbeheer ziet u een lijst
met de autoriteitscertificaten die in het apparaat zijn
opgeslagen. Druk de bladertoets naar rechts om een lijst
met persoonlijke certificaten weer te geven, indien
beschikbaar.
U moet digitale certificaten gebruiken als u verbinding wilt
maken met een online bank of een andere site of externe
server voor acties waarbij vertrouwelijke informatie wordt
uitgewisseld. Digitale certificaten moeten ook worden
gebruikt als u virussen of andere kwaadaardige software
zoveel mogelijk wilt vermijden en er zeker van wilt kunnen
zijn dat de software die u downloadt en installeert,
betrouwbaar is.
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de
risico's van externe verbindingen en de installatie
van software aanzienlijk beperkt, moet u de
certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te
kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging.
De aanwezigheid van een certificaat biedt op
zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging
wordt pas verbeterd als de certificaten correct,
authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben
een beperkte geldigheid. Als de melding
Geldigheid certificaat verstreken
of
Certificaat
nog niet geldig
wordt weergegeven terwijl u zeker
weet dat het certificaat geldig is, controleert u of
de ingestelde datum en tijd in de telefoon juist zijn.
De authenticiteit van certificaten controleren
U kunt alleen zeker zijn van de identiteit van een server als
de handtekening en de geldigheidsduur van het
desbetreffende servercertificaat zijn gecontroleerd.
Als de identiteit van de server niet authentiek is of als u
niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt, wordt
een melding weergegeven op het apparaatdisplay.
Als u de gegevens van een certificaat wilt controleren,
gaat u naar het certificaat en selecteert u
Opties
>
Certificaatgegevens
. Wanneer u de certificaatgegevens
Instrumenten
114
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
weergeeft, wordt de geldigheid van het certificaat
gecontroleerd en wordt mogelijk een van de volgende
berichten weergegeven:
•
Certificaat niet vertrouwd
- U hebt nog geen
toepassing ingesteld voor het certificaat. Zie ‘De
vertrouwensinstellingen wijzigen’ op pagina 114.
•
Geldigheid certificaat verstreken
- De
geldigheidsperiode van het geselecteerde certificaat is
verlopen.
•
Certificaat nog niet geldig
- De geldigheidsperiode
van het geselecteerde certificaat is nog niet ingegaan.
•
Certificaat beschadigd
- Het certificaat is
onbruikbaar. Neem contact op met de uitgever van het
certificaat.
De vertrouwensinstellingen wijzigen
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u
controleren of de eigenaar van het certificaat kan worden
vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de
opgegeven eigenaar afkomstig is.
Ga naar een autoriteitscertificaat en selecteer
Opties
>
Inst. Vertrouwen
. Afhankelijk van het certificaat, wordt
een lijst weergegeven met de toepassingen die u met het
certificaat kunt gebruiken. Voorbeeld:
•
Symbian-installatie
:
Ja
- Het certificaat kan
aangeven of de oorsprong van een nieuwe toepassing
voor een Symbian-besturingssysteem betrouwbaar is.
•
Internet
:
Ja
- Het certificaat kan aangeven of servers
betrouwbaar zijn.
•
Toep.installatie
:
Ja
- Het certificaat kan aangeven of
de oorsprong van een nieuwe Java-toepassing
betrouwbaar is.
Selecteer
Opties
>
Inst. Vertrouw bew.
om de waarde te
wijzigen.
Beveiligd obj. volgen
Sommige auteursrechtelijk beschermde muziekbestanden
kunnen een overdrachts-ID bevatten. Selecteer of u wilt
toestaan dat de ID wordt meegezonden met het
muziekbestand als u dit verzendt of doorstuurt. De
leverancier van het muziekbestand kan de distributie van
bestanden volgen aan de hand van deze ID.
EAP-plug-ins
U kunt zien welke EAP-plug-ins zijn geïnstalleerd op uw
apparaat (netwerkdienst). Sommige
internettoegangspunten die communiceren via een
wireless LAN met WPA-beveiliging, gebruiken deze
plug-ins voor verificatie.
Beveiligingsmodule
Als u een beveiligingsmodule (indien aanwezig) wilt
weergeven of bewerken, gaat u naar de beveiligingsmodule
in
Bev.module
en drukt u op de bladertoets. Als u
uitvoerige informatie over de beveiligingsmodule wilt
weergeven, gaat u naar de beveiligingsmodule en
selecteert u
Opties
>
Beveiligingsgegevens
.
Instrumenten
115
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.