Nokia N91 - Aanvullende veiligheidsinformatie

background image

Aanvullende veiligheidsinformatie

Gebruiksomgeving

Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied
van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen
waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het
gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het
apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet
aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen
wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt
gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal
1,5 cm 5/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer het
apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje,
riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal
bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde
afstand van het lichaam bevinden.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet
dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding
met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen
van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een
dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de
bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is
voltooid.

Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat
en personen met een gehoorapparaat moeten het apparaat
niet tegen het oor met het gehoorapparaat houden. Houd
creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt
van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn
opgeslagen, kunnen worden gewist.

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts
of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen
of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe
RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in
instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat
voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven
instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die
gevoelig is voor externe RF-energie.

Pacemakers

Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er

minimaal 15,3 cm (6 inch) afstand moet worden gehouden
tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om
mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze
aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke
onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology
Research. Mensen met een pacemaker moeten:

het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand (6 inch) van de
pacemaker houden;

het apparaat niet in een borstzak dragen; en

het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van
het lichaam dan de zijde waar de pacemaker zich bevindt,
om de kans op storingen te minimaliseren.

Als u vermoedt dat er storing optreedt, moet u het apparaat
uitschakelen en uit de buurt van de pacemaker houden.

background image

Aanvullende veiligh

eidsinformatie

132

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Gehoorapparaten

Sommige digitale draadloze apparaten

kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken.
Neem contact op met uw netwerkoperator als u last hebt van
dergelijke storingen.

Voertuigen

RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische
systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd
geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld
elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische
antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen).
Raadpleeg de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw
voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer
informatie.

Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden
onderhouden of in een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en
de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat
doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze
apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar
behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare
vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde
ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen
of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat
de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen
voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare
draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar
de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet

goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt
opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.

Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden.
Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat.
Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk
zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel het apparaat uit als u op een plaats met
explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies
op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u
gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te
zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of
brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden
kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations.
Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van
radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische
fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt.
Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd,
duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om
scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen,
voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan
of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne
deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.

background image

Aanvullende veiligh

eidsinformatie

133

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat,
maken gebruik van radiosignalen, draadloze
netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker
geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen
verbindingen niet onder alle omstandigheden worden
gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een
draadloze telefoon voor het tot stand brengen van
essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische
noodgevallen.

Een alarmnummer kiezen:

1

Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste
SIM-kaart noodzakelijk zijn.

2

Druk zo vaak als nodig is op

om het scherm leeg te

maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep.

3

Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich
bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.

4

Druk op de toets

.

Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op,
wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is
mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een
ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.

Waarschuwing: in het profiel Offline kunt u geen
gesprekken voeren (of ontvangen), behalve oproepen
naar bepaalde alarmnummers, of andere functies
gebruiken waarvoor netwerkdekking is vereist.

Informatie over certificatie (SAR)

Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor
blootstelling aan radiogolven.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is
zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die worden aanbevolen door internationale
richtlijnen niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke
organisatie ICNIRP, en bevatten veiligheidsmarges om de
veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun
leeftijd en gezondheidstoestand.

De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur
wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific
Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het
ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien
gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de
standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle
gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane
energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een
werkend apparaat kan onder de maximumwaarde liggen,
omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet meer energie
wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het
netwerk. De hoeveelheid benodigde energie hangt af van
een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast
waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de
ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor
is 0,48 W/kg.

Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat
kan resulteren in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen

background image

Aanvullende veiligh

eidsinformatie

134

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen,
testeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt
u vinden onder "product information" op www.nokia.com.

Your mobile device is also designed to meet the requirements
for exposure to radio waves established by the Federal
Communications Commission (USA) and Industry Canada.
These requirements set a SAR limit of 1.6 W/kg averaged over
1 gram of tissue. The highest SAR value reported under this
standard during product certification for use at the ear is
0.74 W/kg and when properly worn on the body is 0.58 W/kg.
Information about this device model can be found at
http://www.fcc.gov/oet/fccid by searching the equipment
authorization system using FCC ID: QEYRM-43.

background image

135

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.